
Op veldweek
Erik Meijles – Director of Education Spacial Sciences en Associate Professor Landscape Geography bij de RUG – is een Westfries die in Wageningen studeerde en onder andere in Engeland woonde. Na een baan bij Van Hall Larenstein en Kenniscentrum Landschap, kwam hij terecht op de Rijksuniversiteit van Groningen om onder andere college te geven aan studenten van de opleiding landschapsgeschiedenis, overigens de enige opleiding van zijn soort in Nederland.
Oud student inspireert nieuwe lichting
Eén van de studenten landschapsgeschiedenis was Dennis Worst die later bij Landschapsbeheer Friesland de methodiek ‘Mei it Ferline Foarút’, Fries voor ‘Met het Verleden Vooruit’ ontwikkelde. Sinds een aantal jaren gebruikt Meijles die methode op zijn beurt om weer nieuwe studenten ruimtelijke wetenschappen te inspireren.
Eén poster geeft inzicht
Dat gebeurt vooral tijdens de veldweek van de geografie en planologie opleidingen. Eén van de veldweken vindt plaats in Allardsoog: op de grens van Friesland, Groningen en Drenthe ontdekken studenten hoe het landschap daar is opgebouwd. Daarbij krijgen ze hulp van de zowat drie meter lange poster van de Zuidelijke Wouden. “Die poster geeft alle informatie in één oogopslag weer, zonder dat er lappen tekst aan te pas hoeven komen,” aldus Meijles. “Dankzij de poster kunnen de studenten zo snel mogelijk het veld in en leren om zelf kennis op te doen. De poster combineert meerdere manieren van analyseren: je kunt er de geschiedenis van het landschap mee bestuderen, maar ook naar structuren en landschapselementen kijken.”
Vertaal wens
Omdat de opleidingen aan de RUG allemaal internationaal georiënteerd zijn, een derde van de studenten is uit het buitenland afkomstig, is het een uitdaging dat de methode alleen in het Nederlands voorhanden is. “Buitenlandse studenten nemen hun eigen cultuur mee in het denken over landschappen. Van greppels en sloten denken ze soms dat deze voor irrigatie bedoeld zijn, omdat zij bijvoorbeeld uit een droog klimaat komen. Nederlandse studenten kunnen dan uitleggen dat ze juist voor drainage bedoeld zijn, en leren dan tegelijkertijd door de ogen van hun buitenlandse jaargenoten te kijken”. Een wens van de universitair hoofddocent zou dan ook zijn dat de methode meertalig zou worden aangeboden.
Kansen voor uitbreiding
Een andere wens is het uitbreiden van de methode naar alle landschapstypen die Nederland rijk is. Tijdens een andere veldweek wordt bijvoorbeeld het gebied van de Drentse Aa bestudeerd, maar daar is niet zoiets als een alomvattende poster als samenvatting van de ontstaansgeschiedenis van dát landschap beschikbaar. Meijles: “De methodiek kan volgens mij goed gekopieerd worden naar andere geografische gebieden, ook buiten Nederland. Maar dat niet alleen: ‘Met het Verleden Vooruit’ is ook breder inzetbaar. Andere universiteiten en hogescholen zouden interesse kunnen hebben – denk aan Wageningen University en Van Hall Larenstein met studies als landschapsarchitectuur en earth system sciences. Maar ook bij hoofdstuk 7 van de nieuwe Nota Ruimte van de Rijksoverheid zou het goed passen: het lijkt mij een mooie methode voor beleidsmakers,” besluit Meijles het gesprek.

